“Het is 14.30 uur in de namiddag van zaterdag van 11 juli 1925, en het is een schitterende zomerdag. De notabelen zijn met heel wat volk uitgelopen om de start van de eerste motorwegrace achter de molen, bij de Brink van Rolde te aanschouwen.
De in het zonlicht flikkerende, brullende en grommende ijzeren paarden staan ordelijk in rijen opgesteld. Wachtend op het signaal van de start worden ze in bedwang gehouden door mannen met stalen zenuwen, gehuld in bruin en zwart leren jassen. De geur van verbrande Caltex motorolie verspreid zich tussen de menigte als een welriekend parfum.
Dan wordt door de commissaris van den Koningin het startsein gegeven en 27 heroïsche helden schieten als kanonskogels donderend en brullend weg, de menigte achterlatend in een wolk van rook en zand die doet denken aan een zandstorm in de Sahara.”
Geschiedenis werd geschreven met deze eerste Dutch Tourist Tropy op de wegendriehoek Rolde, Borger, Schoonloo.
De winnaars van toen
“Op zaterdag 11 juli 1925 verschenen op de Brink in Rolde 27 renners aan de start voor de eerste TT welke voerde over een parcours met een lengte van 28,4 kilometer. Het parcours verliep niet over een glad gestreken circuit, maar over klinker- en zandwegen tussen Rolde, Borger, Schoonloo, Grolloo en Rolde. Uiteindelijk wisten vijf coureurs de finish te halen.
Arie Wuring (BSA) was de enige die in de kwartliter-klasse de eindstreep haalde, in de 350 cc kwamen er drie aan de meet, waarvan Hajo Bieze op een New Imperial de snelste was. In de 500 cc-klasse wist Piet van Wijngaarden, met een gemiddelde van 91,4 km/u de wedstrijd te winnen. De snelste raceronde kwam op naam van Bertus van Hamersveld (de grootvader van de tweelingbroers Tim & Tom Coronel) met een ronde van 104,0 km/per uur.”