‘Vrijwilligers dragen alle evenementen, dat mag best eens worden gezegd’

Hij rolde er toevallig in. Lambert Koops, een bevriende inwoner uit Rolde, vroeg of vrijwilligerswerk bij de OVVR niet iets voor Jan was. Hij wist het nog zo net niet. Maar ach, hij kon het altijd eens proberen. Wie had kunnen bevroeden dat Jan zich vervolgens achttien jaar lang wekelijks inzette, waarvan de langste tijd als marktmeester, bestuurslid, vicevoorzitter en voorzitter? Samen met zijn echtgenote kijkt Jan Raven nu terug op die intensieve periode. Op 3 september 2015 ontvangt hij de erepenning van de OVVR.

Je komt niet uit Rolde maar woont er al vele jaren. Hier voel je je thuis?

“Zeker. Ik kom uit Anderen maar ik kwam altijd in Rolde. Anderen hoorde vóór de gemeentelijke herindeling bij de gemeente Anloo, maar is altijd gericht geweest op Rolde. Sporten, naar gymnastiek en zwemmen deed je in Rolde. Daar vierden we dus ook feest.”

Je werd in eerste instantie gevraagd te ondersteunen tijdens de Paasmarkt.

“Dat was het begin, ja. Ik hielp met vlaggenmasten plaatsen of hekken uitzetten. Ik regelde ook al snel de catering en de lunchpaketten. Niet veel later ook voor de Roldermarkt, omdat de vrijwilligersgroepen van de Paasmarkt en de Roldermarkt werden samengevoegd. Ik ben wel altijd gericht geweest op de OVVR. Ik werd gekozen als marktmeester c.q. bestuurslid. En niet veel later tot vicevoorzitter en voorzitter van de vereniging.”

Een intensieve tijd…

“Dat kun je wel stellen.” [met pretogen] Maar ach, je komt zo ook nog wel eens wat tegen.”

Je bedoelt problemen?

“Nee. Problemen zijn er om op te lossen! Als een vergadering is afgelopen, moet de lucht weer geklaard zijn. Je praat het uit, dan kan iedereen weer verder. Zo simpel is het. Natuurlijk stonden we wel eens voor dilemma’s. Voldoende geld krijgen voor de evenementen is altijd lastig al geweest. En nog, vermoed ik. Er gingen ook wel eens dingen mis. Dan had iemand beloofd iets te doen en was dat vervolgens vergeten. Maar toch. Het werk voor de OVVR heb ik altijd met heel veel plezier gedaan.”

Toch ben je na achttien jaar gestopt.

“Ik heb altijd gezegd: als ik vijftig ben, dan is het mooi geweest. Want in al die jaren ben je ook gewoon vaak van huis. Neem de organisatie van de markten, de laatste maanden voorafgaand aan de Paasmarkt zat ik altijd met Jan Gankema aan tafel. We schreven de standhouders aan, moesten ook altijd weer vragen of ze werkelijk zouden deelnemen. Checken of er was betaald. En als dat niet was gelukt, kreeg je ook nog wel eens hele verhalen over je heen. Sommige marktmeesters hadden moeite met standhouders. Ik heb dat nooit zo ervaren. Heb juist veel plezier met ze beleefd. Op een gegeven moment kon ik het zo goed met ze vinden, dat ik werd uitgenodigd op hun eigen vergaderingen. Dat vond ik mooi. Zinvol ook. Je krijgt begrip voor elkaar.”

Je wordt nu benoemd tot erelid. Wat vind je daarvan?

“Jaaa, dat deed me wel even wat. Het is niet niks. Het was voor mij een bevestiging, dat ik zaken toch niet verkeerd heb gezien. Ik was er echt even stil van.”

Hoe vind je dat de OVVR zich verder kan ontwikkelen?

“Ik ben iemand van vooruit boeren. Je moet zorgen dat je niet stil blijft staan. Dat valt niet altijd mee, daar ben ik me van bewust. Maar vernieuwing is nooit verkeerd. Wij waren destijds de eerste vereniging die een Paasmarkt organiseerden. Pas later werd dit ook in andere dorpen gedaan. Daarom stapten we op een gegeven moment over op de Amerikaanse markt. Dat concept is ook weer verlaten. Dat is goed. Nu is het misschien tijd voor iets nieuws. Verder zou ik willen meegeven: koester je vrijwilligers. Zij dragen elk evenement. Dat mag best eens worden gezegd.”