Martijn Muijlwijk  – DKW RT125
Door: Barry de Vries

TT-erfstuk familie Muijlwijk schittert in Rolde

De naam Jan Muijlwijk zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. Zelfs de meest doorgewinterde motorsportkenner zal even in het geheugen moeten spitten. Toch reed hij in de beginjaren vijftig maarliefst zeven keer de TT op het oude traject tussen Assen en Hooghalen. De Rotterdamse techneut deed dat vooral op zelf aangepaste, of zelfs volledig zelfgebouwde motoren. Kleinzoon Martijn Muijlwijk komt voor de 100 jaar TT-parade met de originele DKW RT125 racemotor van zijn opa naar Rolde. Dé plek waar het voor de familie Muijlwijk allemaal opnieuw begon. 

“Alles aan deze motor is nog zoals deze in die tijd was, er is niks aan verbouwd. Dat is bijzonder aan motoren uit die tijd. Hij is echt nog als toen, en dat is inmiddels 75 jaar oud,” vertelt Martijn trots. “Wat ook bijzonder en uniek is, is dat de familie nog altijd op deze motor rijdt. Vaak zijn het verzamelaars die ergens een motor kopen en daar rondjes mee gaan rijden. Deze motor is sinds jaar en dag van opa en is altijd in de familie gebleven. Hij heeft erop gereden, daarna mijn vader en nu ik.”

De passie voor de motorsport zat er vroeg in bij Martijn Muijlwijk, en dat werd alleen maar aangewakkerd toen zijn opa Jan in 1987 meedeed aan de TT-parade in Rolde die werd gehouden ter ere van het 800-jarige bestaan van het dorp. Na de carrière van opa Jan ging de DKW-racer in opslag en speciaal voor het evenement in Rolde werd deze weer rijklaar gemaakt. “Mijn opa werd gevraagd door zijn vriend Cees van Dongen (Ook een bekende Grand Prix coureur) of hij ook mee wilde doen met die parade. Daarop heeft hij de oude DKW weer uit de kelder gehaald en opgeknapt. Dat was een giga-evenement! Ik was toen 14 of 15 jaar en heb dat allemaal meegemaakt en vond dat prachtig!”

Opa Jan hoorde op de TT nooit bij de besten. Eén keer maakte hij kans op de zege, maar een kapotte big-end gooide roet in het eten. Jan was ook meer techneut dan coureur, die van niets – iets – kon maken. “Hij was een redelijk coureur, maar kon niet op tegen het internationale geweld. Als techneut maakte hij letterlijk alles zelf. Voor de motor waarop ik rij heeft hij de zuigers en cilinders gevreesd en de tank heeft hij gemaakt van een oude autodeur. In 1950 maakte hij een nieuwe krukas in de motor en die zit nog steeds in het blok. Dat kon door een speciaal smeringsysteem met een oliepomp die olie op de krukas druppelde.” 

Zo maakte Jan Muijlwijk van een relatief simpele en goedkope DKW RT125 langzaamaan een professionele racemotor die inmiddels zijn plek heeft gekregen in de wegracehistorie. Martijn raakt niet uitgepraat over de unieke techniek die zijn opa heeft toegepast. “Het is een hele bijzondere motor en let onderweg ook op de megafoon uitlaat, daar komt muziek uit!”