De eerste TT in Rolde werd vijftien jaar vóór de Tweede Wereldoorlog al verreden en ook in de jaren daarna werd Assen ieder jaar aangedaan. Van die periode zijn maar weinig motoren bewaard gebleven, maar ze zijn er nog wel degelijk. John Searle is waarschijnlijk de grootste verzamelaar in Nederland van motoren uit die tijd. Hij neemt de topstukken uit zijn collectie mee naar Rolde. 

 

Searle is als veilingmeester en motorenexpert betrokken bij veilingsite Catawiki, en zit in die functie boven op de markt. Vooral motoren uit de vooroorlogse periode wekken zijn interesse. Hij neemt zeven motoren mee naar Rolde waarvan vier ook daadwerkelijk de route van de eerste TT gaan rijden. 

 

Zelf stapt Searle op een Norton CJ350 uit bouwjaar 1929. Ondanks dat de motor van Searle een straatfiets is, is de motor vergelijkbaar met de Norton waar Stanley Woods de TT op won. Wereldwijd zijn er maar honderd van gemaakt en daar zijn nog geen handvol van over. Een zeer zeldzame machine dus. “Ik weet al heel lang van het bestaan van de Norton CJ350. Hij was in het bezit van Derek Fox, een groot Nortonverzamelaar in Engeland,” laat Searle weten. “Nadat Fox  is overleden zijn de laatste modellen uit zijn collectie geveild en heb ik deze motor kunnen kopen. Het is een hele mooie ranke fiets die in de jaren tachtig weer is gerestaureerd.” 

 

Een andere bijzondere machine uit de collectie van Searle is de 250cc New Imperial Grand Prix van Geert Timmer. Naast dat deze New Imperial de enige overgebleven Grand Prix in Nederland is heeft de motor door de link met Timmer een onmiskenbare link met de TT. “Het is mijn meest dierbare TT-bezit,” geeft Searle toe. “New Imperial sprak mij altijd tot de verbeelding. De motoren zijn ontzettend zeldzaam.” 

 

Searle kwam de machine op het spoor die leidde naar een eigenaar in Zwolle. Na lang aandringen mocht hij de motor ‘voor een flink bedrag’ overkopen. Onderzoek bij de New Imperial Club in Engeland toonde aan dat de motor in 1933 via de firma Wander was geïmporteerd naar Nederland waar Timmer werkzaam was. Hij reed er de TT op, alsook een zesdaagse rit in Garmisch-Partenkirchen. 

 

Searle restaureerde de motor en mocht deze in 2016 presenteren aan Jaap Timmer, zoon van Geert en alom bekend als ‘Mister TT’. “Het was een heel mooi moment om deze motor nog aan Jaap Timmer te kunnen laten zien,” geeft Searle toe. Jaap Timmer overleed slechts een jaar later. De New Imperial Grand Prix zal voor het eerst sinds de jaren 70 weer rijdend te zien zijn. 

 

Een bijzondere motor uit de collectie van Searle die niet zal rijden in Rolde, maar wel op display zal staan, is de Scott Flying Squirrel 600cc tweetakt machine waarmee Hendrik van der Veen in 1927 de TT won. Dit is voor zover bekend de oudste motor die ooit de TT won. 

 

De motor is bewaard gebleven door deze in de Tweede Wereldoorlog als losse onderdelen te verstoppen. Vlak na de oorlog is de motor zo op een rommelmarkt verkocht op het Waterlooplein in Amsterdam. Hij werd gekocht door een techniekleraar die de motor met zijn leerlingen wilde opknappen. Al die jaren is de motor daarna in bezit geweest van dezelfde persoon, tot deze in 2000 overleed. “Ik kende de vorige eigenaar goed. Ik kwam er om onderdelen voor een BMW te kopen toen hij tussen neus en lippen door noemde dat hij onder in de kast ook nog een machine had liggen die de TT had gewonnen. Ik dacht dat hij met me solde, maar het was echt. Die motor heeft me daarna nooit meer losgelaten.” 

 

Hendrik van der Veen reed de TT destijds in de 750cc klasse. Hij had maar één concurrent die al vroeg uitviel. Van der Veen wilde daarop stoppen omdat er voor hem geen uitdaging meer in zat en omdat hij moe was. Zijn vader, die de motor bij de Scott-fabriek had aangeschaft voor veel geld, kon zijn zoon nog aansporen om door te rijden en zo de TT te winnen en daarmee het nodige prijzengeld op te strijken. 

 

“De Scott gaat alleen mee op display, ik heb deze helaas niet rijklaar kunnen krijgen voor deze parade,” stelt Searle teleurgesteld vast. “Over twee jaar is het 100 jaar geleden dat deze motor de TT won, hopelijk heb ik hem dan klaar en kunnen we dan een eerbetoon met deze motor doen.”